Begrijpelijk schrijven in de GGZ

Begrijpelijk schrijven in de GGZ: zo blijf je duidelijk én menselijk

Stel je voor: Je schrijft een verslag over een cliënt met borderline problematiek.  Je wil duidelijk zijn, maar zodra je instabiele persoonlijkheidsstructuur’ typt, aarzel je. “Gaat je cliënt dit lezen? Komt dit niet te hard of te ingewikkeld over?”

Als zorgprofessional sta je vaak voor een spanningsveld: Hoe schrijf je over psychische klachten op een manier die zorgvuldig, duidelijk én menselijk is? Hoe benoem je iets moeilijks, zoals een depressie of persoonlijkheidsstoornis, zonder dat het afstandelijk of stigmatiserend wordt?

Begrijpelijk schrijven is niet hetzelfde als versimpelen

Sommige termen zijn technisch of beladen. Denk aan woorden als:

“trauma gerelateerd”

“disfunctioneel gedrag”

“instabiele persoonlijkheidsstructuur”

Het zijn vaktermen die intern worden gebruikt, maar voor cliënten kunnen ze vaag of zelfs pijnlijk zijn.

Begrijpelijk schrijven betekent niet dat je de inhoud afzwakt, maar dat je zoekt naar woorden die duidelijk zijn én recht doen aan de ernst of complexiteit.

Laat de zin hierboven even op je inwerken, want dit is echt belangrijk.

Het zit ons in de weg om begrijpelijker, meer cliëntgericht te schrijven. Wil je hier nog meer over lezen? Lees dan het artikel over starten met begrijpelijke taal…oeh spannend! 

Zo maak je moeilijke taal begrijpelijk

In plaats van: Cliënt laat zich kennen door externaliserende gedragingen in stressvolle situaties.

Schrijf liever: Als cliënt gespannen is, uit hij dit door boos te worden of anderen de schuld te geven.

In plaats van: Cliënt heeft een inadequate coping.

Schrijf liever: Cliënt drinkt 6 halve liters bier als hij zich somber voelt, waardoor hij afspraken vergeet.

In plaats van: Cliënt dissocieert bij triggers.

Schrijf liever: Als iets de cliënt herinnert aan het seksueel misbruik, lijkt hij het contact met zijn omgeving te verliezen. Hij reageert dan minder op wat er om hem heen gebeurt en lijkt afwezig.

Vier vuistregels voor begrijpelijke taal in de GGZ

1. Benoem gedrag, niet de classificatie of de vaktaal

Vermijd abstracte classificaties of termen als uitgangspunt. Beschrijf liever wat iemand doet, voelt of ervaart.

In plaats van: Cliënt is oppositioneel.

Schrijf liever: Cliënt reageert afwijzend of uitdagend op afspraken die hij niet zelf heeft gekozen.

2. Gebruik gewone taal voor emoties

Woorden als “depressief” of “affectief vlak” zeggen weinig.

In plaats van: Cliënte toont weinig affect.

Schrijf liever: Cliënte laat weinig emoties zien en heeft moeite om haar gevoelens onder woorden te brengen.

3. Wees concreet, niet vaag

Geef voorbeelden van wat je bedoelt

In plaats van: Cliënt is moeilijk in contact.

Schrijf liever: Cliënt kijkt weinig op en reageert meestal kortaf. Bij vragen over zijn stemming blijft hij stil of zegt dat er niets aan de hand is.

4. Schrijf het alsof je het aan je cliënt vertelt

Stel jezelf de vraag: zou ik het zo ook in gesprek zeggen? Zo niet, dan is het vaak te afstandelijk of teveel hulpverlenerstaal.

In plaats van: Cliënt voldoet aan de criteria voor cluster B persoonlijkheidsproblematiek.

Schrijf liever: Cliënt worstelt met heftige gevoelens en heeft moeite met het het behouden van stabiele relaties. Dit worden in psychologische vaktaal ook wel kenmerken van een persoonlijkheidsstoornis genoemd.

Ga naar 7 praktische tips voor begrijpelijk schrijven voor nog meer inspiratie.

Waarom begrijpelijke taal in de GGZ helpt

Cliënten lezen steeds vaker hun eigen dossiers. Ze hebben recht op begrijpelijke informatie, zeker als het gaat over hun psychische gezondheid. Dit staat ook in de beroepscode van het NIP (artikel 61).

Niet alleen cliënten, maar ook huisartsen, collega’s of familieleden moeten je verslag kunnen volgen. Begrijpelijk taal zorgt voor:

  • duidelijkheid
  • meer vertrouwen
  • minder misverstanden
  • een betere samenwerking

Een helder verslag geeft de cliënt het gevoel dat hij gezien en begrepen wordt. Het kan zelfs bijdragen aan motivatie voor behandeling: “Ik herken mezelf in wat er staat”  werkt krachtiger dan “Ik snap niet wat ze bedoelen.”

Wil je meer lezen over het belang van begrijpelijke taal in de GGZ? Check dan hier waarom het zo belangrijk is voor effectieve zorg

Taal doet ertoe: minder stigma, meer herstel

De woorden die we gebruiken, zijn nooit neutraal. Termen als “borderliner”, “stoornis” of “niet-functioneel gedrag” kunnen bijdragen aan stigmatisering, zowel door anderen als door de persoon zelf. Uit Nederlands onderzoek in 2022 blijkt dat labelende taal gevoelens van schaamte, minderwaardigheid en afstand kan versterken. Mensen voelen zich soms teruggebracht tot een label of diagnose. Door in begrijpelijke, mensgerichte taal te schrijven, help je iemand juist om zelf de regie te nemen en te werken aan herstel.

Denk aan het verschil tussen:

Cliënte voldoet aan de criteria voor schizofrenie”
en
Cliënte hoort soms stemmen en vindt dat beangstigend

Taal beïnvloedt hoe iemand naar zichzelf kijkt. Zorg dus dat je woorden steun geven in plaats van afstand.

Veelgehoorde zorgen (en geruststelling)

“Maar dan wordt het toch veel te simpel?
Niet als je zorgvuldig blijft. Je hoeft de werkelijkheid niet platter te maken, alleen duidelijker. Complexe dingen kun je in begrijpelijke taal opschrijven.

“Het voelt alsof ik mijn vaktaal kwijtraak.
Je vaktaal gaat niet weg. Die kennis heb je en hou je. Je gebruikt die kennis nou juist om het goed uit te leggen.

“Dat kost veel tijd.”
In het begin wel. Maar je schrijft uiteindelijk sneller, duidelijker en voorkomt vragen achteraf. Ook heb je hierdoor het voorwerk voor je mondelinge uitleg al gedaan.

Waarom begrijpelijke taal soms lastig is: wat we geleerd hebben en waarom het wennen is

Als zorgprofessional heb je vaak een opleiding gevolgd waarin psychologische vaktaal centraal stond. Het hoort bij de ontwikkeling van je professionaliteit. Hierdoor leer je om uitgebreid, technisch en soms afstandelijk te formuleren. Dat gaat vertrouwd en veilig voelen: je toont je deskundigheid.

Maar deze manier van schrijven en praten sluit meestal niet aan bij je cliënten. Of bij anderen die je verslag lezen. Overstappen naar duidelijke, cliëntgerichte taal voelt soms alsof je minder professioneel bent. Maar juist als je iets ingewikkelds goed kunt uitleggen, laat je zien dat je het echt begrijpt. Dat vraagt juist veel kennis.

Het goede nieuws? Helder schrijven is een vaardigheid die je kunt trainen.

Twee snelle oefeningen

1. Lees je verslag hardop voor
Klinkt het alsof je dit ook in een gesprek zou zeggen tegen je client? Dan zit je op de goede weg.

2. Markeer de vaktermen in je tekst
Vertaal ze naar gewone taal. Wat verandert er?

Training:  Psychodiagnostiek in begrijpelijke taal

Wil je hiermee oefenen? Volg dan de training: Psychodiagnostiek in begrijpelijke taal.

Je krijgt uitleg, inspirerende voorbeelden én tijd om echt te oefenen met je eigen teksten.
Na deze dag:
– heb je je eigen schrijfstijl en format ontwikkeld
– schrijf je met meer plezier en snelheid

En last but not least;  cliënten voelen zich beter begrepen.

Hoe je schrijft, bepaalt of iemand zich gezien voelt. En daar begint goede zorg.

Samen zorgen voor begrijpelijke taal in de GGZ

 

 

 

Dit bericht delen:

Dit is ook interessant: